Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie zal [61]hem in het aangezicht zijn [62]weg vertonen? Als hij [63][wat] doet, [64]wie zal hem vergelden? 61. Te weten, den goddeloze. 62. Dat is, de manier, zo hij zijn leven aanstelt, om hem daarover te onderwijzen en te berispen. Zie Gen.6:12. 63. Te weten, wat kwaads. 64. Dat is, wie straft hem daarover? Want God laat hem hier voor het merendeel vrij gaan, en de mensen vrezen zijn geweld.